De Molenviergang Aarlanderveen is uniek. Het is de enige nog werkende molengang ter wereld. Het overtollige water vanuit de diepe polder van Aarlanderveen wordt stukje bij beetje in de Oude Rijn gemalen. Daar komen alleen wieken en wind aan te pas. Plus vier deskundige molenaars. Wat is het verhaal achter dit ‘levende’ monument?
Bij de bouw, rond 1785, bestond de molengang uit drie molens: de onder-, midden- en bovenmolen. De Putmolen kwam er in 1801 bij. Sinds die tijd zijn de drie oudste molens allemaal wel een keer door brand verwoest, waardoor de Putmolen nu de oudste van het viertal is.
‘Onnut’ land
De molens in deze regio waren nodig om nat – en voor de landbouw en veeteelt onbruikbaar land – droog te malen én droog te houden. Dat was hier ook het geval. De polder ten westen van Aarlanderveen noemde men ‘onnut’ land. Nergens geschikt voor, letterlijk waardeloos. Dat kon beter, dachten de eigenaren van deze landerijen halverwege de 18e eeuw. Ze roken geld! Want het uitsteken van turf was in de 18e eeuw een mooie bron van inkomsten. De uitdijende steden hadden immers steeds meer brandstof nodig.
De polder ‘vervenen’
De landeigenaren vroegen de Hoogheemraden van Rijnland toestemming om de polder te ‘vervenen’. Dat betekende uitbaggeren, turf winnen, het land bedijken, droogmaken en daarna gebruiken voor agrarische doeleinden. Dat bleek een zeer lucratief businessmodel. Tijdens de topjaren van de turfwinning ploeterden zo’n 250 veenarbeiders in het uitbaggerwerk. Elke dag. Ze kwamen niet alleen uit Aarlanderveen en uit dorpen in de buurt. Ook toen al werden buitenlanders aangetrokken door seizoenswerk. Dat verdiende beter dan boerenarbeid.
Een waar kapitaal
Waar turf weggebaggerd wordt, komt water in de plaats. Dat werd via drie schepradmolens op rij en door een systeem aan afwateringssloten, tochten en weteringen, afgevoerd. De bouwsom van een molen lag rond de tienduizend gulden. Een waar kapitaal in die tijd. En ook toen ontstond er al ongenoegen over het uitlopen van bouwtermijnen. Aannemers werden streng op hun honorarium gekort.
Een vierde molen
Met de drie molens moest het mogelijk zijn om de 494 hectare droog te houden. Tenminste, dat dachten de polderbestuurders. Al snel bleek dat de molendriegang het diepste deel van de polder, de Put (meer dan vijf meter beneden NAP), niet droog kreeg. Er bleef een flinke plas over van honderd hectare groot. Er zat niets anders op dan een vierde molen erbij te bouwen. Dat werd de Putmolen.
Goede bron van inkomsten
De drooggemalen stukken grond waren vruchtbaar. Landeigenaren verdienden er goed aan en de veenbaggeraars werden landbouwers: ze verbouwden haver en graan. De turfwinning ging door tot in de eerste jaren van de 19e eeuw. Met de inkomsten uit de beginnende landbouw was het eens ‘onnutte’ land een goede bron van inkomsten geworden.
Te dure grap
Eind 19e, begin 20e eeuw werden stoom- en dieselgemalen ingezet om polders droog te malen. Dat leek de ‘ingelanden’, de eigenaren van de grond wel wat. Niet meer afhankelijk zijn van de wind en toch een stabiel waterpeil hebben! Maar het vervangen van de molens bleek een te dure grap. De vier molens waren gered.
Stichting opgericht
Halverwege de vorige eeuw kon het polderbestuur de kosten voor het in stand houden van de molenviergang steeds lastiger opbrengen. Daarom werd in december 1962 de Stichting Molenviergang Aarlanderveen opgericht, die de molens met alles erop en eraan voor het symbolische bedrag van vier gulden overnam. Eén gulden per molen. In het bestuur van de stichting zitten vertegenwoordigers van het Hoogheemraadschap van Rijnland, de Provincie Zuid-Holland en Gemeente Alphen aan den Rijn.
Voortbestaan borgen
Sinds 1995 sluiten de betrokken partijen regelmatig een nieuw convenant om het voortbestaan van de Molenviergang weer voor een aantal jaar te borgen. Het Hoogheemraadschap van Rijnland gebruikt de molens voor de bemaling en de molenaars zijn daar parttime in dienst. De Stichting Molenviergang is verantwoordelijk voor het onderhoud en restauratie en heeft zeggenschap in de benoeming van de molenaars.
Koninklijke Opening
Na een grondige restauratie van de Bovenmolen (molen 3) heropende hare Koninklijke Hoogheid prinses Beatrix in oktober 2021 de Molenviergang. Tegelijkertijd opende ze ook het maalseizoen door ‘de vang te lichten’. Dat was het begin van een nieuwe traditie. Het nieuwe maalseizoen wordt nu elk jaar geopend door iemand die voor de Molenviergang belangrijk is of is geweest. In 2022 opende Bert Splinter, oud-voorzitter van de stichting het maalseizoen 2022-2023. Daar wordt elk jaar een feestje van gemaakt.
Bezoek de Molenviergang
Een van de molens, de Putmolen, is voor publiek toegankelijk. De molenaar, Johan Slingerland, geeft uitgebreide rondleidingen aan groepjen van zes mensen of meer, uitsluitend op afspraak. Slingerland is behalve molenaar ook melkveehouder. Zijn vader leerde hem de kneepjes van het molenaarsvak. Welke soorten wind er zijn en hoe wind en regenbuien zich meestal gedragen. Hoe hij het best de molen op de wind kan zetten, om optimaal van de windkracht gebruik te maken. Hij kan zich geen mooier leven voorstellen, compleet vergroeid met weer en wind.
Wandelen door de Hollandse polder van Aarlanderveen
Als je door de polder van Aarlanderveen wandelt, voel je hoe zompig de polder onder je voeten is. Je ziet met eigen ogen hoe wind en wieken het water uit de diepe polder van maar liefst 5,4 meter onder zeeniveau wegmalen. Tijdens de wandeling voel je de rust van het Hollandse landschap, kan je weidevogels zien én kom je de dieren die je hier kunt verwachten, zoals koeien en schapen. Alles wat je nodig hebt is een paar stevige schoenen en goede moed. Want hier en daar zal je over hekken klimmen en – over stevige balken – wat sloten oversteken. Je kan kiezen uit twee afstanden. De ‘Polderwandeling’ is een korte wandeling van zo’n vier kilometer. Je komt langs de Ondermolen en de Putmolen. De ‘Molentocht’ van 8,5 kilometer voert je langs alle vier de molens van de Molenviergang. Beide routes starten vanaf het parkeerterrein op de kruising van de Kerkvaartsweg en Achtermiddenweg in Aarlanderveen. Vlak voor het eindpunt van beide wandelingen in Aarlanderveen, ligt café Het Oude Rechthuis. Een gezellige plek om je wandeling af te sluiten.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief, die vier maal per jaar verschijnt met een agenda vol activiteiten.